Op zeven februari 1726 werd blijkens de koopakte voor de Schout van de Banne Westzaan, geheten Jacob van Assendelft verkocht aan Jan Jacobsz Hoonigh: een pakhuis en erf staande en gelegen te Zaandijk belendende ten noorden van de Cooper en ten zuiden van Cornelis Symonsz Cuyper voor de somma van achthonderd gulden.
Blijkens het gaarboek van 1726 werd daarvoor jaarlijks drie gulden aan belasting betaald (‘een pakhuys aan de Saan’). Toen waren de broers Cornelis Jacobsz. Honigh en Jan Jacobsz. Honigh al eigenaar van de molens De Bijkorf en De Veenboer. Cornelis Honigh had ook al een pakhuis: Het Weefhuis.
Jan Jacobsz. Honigh (1688- 1757) was gehuwd met Trijntje Caescooper. Het pakhuis is steeds in de familie Honigh gebleven en gebruikt als papierpakhuis.
In 1837 werd de firma Jacob Honigh en Zoonen gesplitst in twee nieuwe firma’s, te weten Jacob Honigh en Zn. onder directie van Jacob Honigh die o.a. met De Vergulde Bijkorf werkte en het pakhuis Het Weefhuis toegescheiden kreeg. Jan Honigh en Comp. onder directie van Jan Honigh, viel het pakhuis De Baars en de molen De Wever toe. Het pakhuis bleef in die tak van de familie tot 1947 toen het bedrijf verkocht werd aan Jacob Krijt Maartenszn. (1894-1950). Zijn zoon Maarten Krijt, directeur van Krijt Krommenie N.V., verkocht op 16 maart 1970 het pakhuis aan N.V. Cacaofabriek de Zaan, thans ADM. Het is dus van 1726 tot 1970 papierpakhuis geweest.
Het pakhuis dateert waarschijnlijk uit het laatste kwart van de zeventiende eeuw, toen op deze plek veel bouwactiviteiten plaatsvonden